Ingrediënten:
1 ui
3 tot 5 kruidnagels
2 à 3 laurierbladeren
2 sjalotjes, gesnipperd
boter
1 kg rodekool, fijngesneden
3 appelen (meer mag ook), in fijne partjes
0,7 dl appel- of rode wijnazijn
eventueel:
fruitige rode wijn

Bereidingswijze:

  • Halveer de ui en steek er kruidnagels in en, als het lukt, ook de laurier (omdat die dan later makkelijker te verwijderen is, maar los in het gerecht kan ook).
  • Fruit, in een brede pan, de sjalot met een flinke klont boter. Zet als de sjalot glazig wordt de uien met de platte kant naar beneden in de pan.
  • Roer er na 2 minuten de kool door, tot hij glanst van de boter.
  • Voeg de partjes appel toe en blus af met azijn en eventueel een scheutje wijn, tot er een bodempje in de pan staat.
  • Maal er peper & zout over.
  • Schep nogmaals door en laat op zacht vuur, met het deksel schuin op de pan, stoven tot je de kool gaar genoeg vindt. Schep regelmatig om vanaf de bodem.
  • Traditioneel wordt de kool minstens 1½ uur op laag vuur gestoofd, of zelfs een hele dag op een petroleumstel (roer dan wel regelmatig om, zodat hij niet kan aankoeken), maar ik kan me voorstellen dat je hem wat knapperig wilt houden en dan is 20 minuten voldoende.

Variaties:
– Er zijn grootmoeders die adviseren een paar jeneverbessen mee te smoren.
– Om de kool zoeter te maken, voegde men vroeger ook een paar scheppen suiker toe. Je kunt de suiker vervangen door (acacia)honing. Om het geheel fris van smaak te houden, zou ik er eerder voor kiezen om op het laatste moment een paar druppels citroensap toe te voegen.