In de vakantie las ik het boek met de intrigerende titel: De Tuinjungle. Tuinieren om de
wereld te redden. Lekker tuinieren en daarmee de wereld redden? Wie wil dat nou niet.
Lezen dus dat boek.
Het boek is geschreven door Dave Goulson, bijen professor, gespecialiseerd in de hommel. Bij grote problemen zoals klimaatverandering wordt hij soms overvallen door een gevoel van machteloosheid: het lijkt of onze inspanningen niets uithalen. Maar, zegt hij, op je eigen stukje aarde heb je wel invloed. Daar kun je iets betekenen. Daar gaat dit boek over.
Een zwaar onderwerp, kun je denken. Maar Goulson schrijft lichtvoetig en met humor. Het boek is een pleidooi voor natuurlijk tuinieren. En dat begint bij de planten, de basis van de voedselketen. Met veel enthousiasme beschrijft Goulson het natuurreservaatje in onze tuin van planten en kleine diertjes die in en op de grond leven. Gepassioneerd spreekt hij over mieren, regenwormen, motten en oorwurmen. Een scherpe ondertoon en verontwaardiging proef je als hij schrijft over de grote hoeveelheden gif die worden gebruikt bij het kweken van planten en het “mooi” houden van gazons en de effecten daarvan op de natuur.
Zijn boek eindigt met een vergezicht: stel je voor dat…….. Dat vergezicht bevat een wereld
waarin de meeste mensen hun eigen voedsel verbouwen en tarwe- en roggewoestijnen
vervangen zijn door kleinschalige, duurzame boerderijen. Een landschap vol herenboerderijen dus!
Kortom, een leesbaar en humoristisch boek, met een serieuze boodschap. Tussendoor
worden nog leuke recepten gegeven, er staan nuttige lijstjes in van natuurorganisaties, tips voor de aanschaf van planten en hoe een wormerij te maken. De moeite van het lezen absoluut waard.
Paperback
ISBN 9789045044170
304 pagina’s
15 euro